de-woord

De volgende definities zijn er voor het woord de-woord

  • (taalkunde) zelfstandige naamwoord waarvoor "de" als bepaald lidwoord wordt gebruikt en dat dus een mannelijk en/of vrouwelijk woordgeslacht heeft Opvallend is dat er slechts 2 voorbeelden waren waar idee als de-woord voorafgegaan was door een bijvoeglijk naamwoord: 'de liberale idee' en 'de Europese idee'. In alle andere gevallen was het 'het' + bijvoeglijk naamwoord + 'idee' (een politiek idee, een slecht idee...). [1] Ik ken het bacon al vrij lang en in de veeteelt en exportindustrieën is het heel gewoon, al wil ik graag aannemen dat bacon ‘bij slagers en huisvrouwen’ een dewoord is. [2] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.