De volgende definities zijn er voor het woord bups
- (spreektaal) ongeordend geheel van verschillende dingen of personen Maar zie: vorige week ging de hele bups aan info opeens op het net, wel 1.800 documenten. [1] Pesterijen, automutilatie, verkrachting, verslaving: het is al met al nogal een grote bups miserabele ellende. [2] Jan ziet er ziek noch bezeten van de duivel uit: hij is dus gewoon nog steeds zoekende naar een lief, zorgzaam meisje in Nederland om een bups kinderen en wat Golden Retrievers mee groot te brengen. [3] De vent zet de hele bups op veertien en wint weer vijfendertig keer zoveel er bij. [4] ⧖ Na afloop van ’t matinee trok de gansche bubs naar „de Zwaan”, waar Péloos abusievelijk een partij billard moest betalen met de daaraan verbonden voorwaarden, de administratieve talenten der beide andere spelers bleken te flink ontwikkeld. [5] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.