buien

De volgende definities zijn er voor het woord buien

  • meervoud van het zelfstandig naamwoord bui ▸ Het daaropvolgende uur luisterden ze naar de regen, die afwisselend op de ramen tikte en kletterde. God had ook Zijn buien.[1] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.