brui

De volgende definities zijn er voor het woord brui

  • (verouderd) slag, stoot Een in den gemeenen spreektrant gebruiklijk woord, voor slag, stoot: ik gaf hem eenen brui.  ▸ Men riep den brui valt in, 'k ontweek die wisse slaagen. Men is syn vaaderstad, en welvaart, van het land Gehouwen voor te staan, ook met gevaar van 't leeven:[3] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.