De volgende definities zijn er voor het woord brachten
- meervoud verleden tijd van brengen Wij brachten. Jullie brachten. Zij brachten. ▸ We brachten een uur samen door, achter de balie, met de voordeur op slot.[1] ▸ Twee jaar later brachten de VOC-aandelen op de Amsterdamse beurs 570 procent van hun nominale waarde op.[2] ▸ Zij brachten de order over dat als de Duitsers niets deden, ze hen wel konden laten gaan.[3] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.