De volgende definities zijn er voor het woord bracht
- enkelvoud verleden tijd van brengen Ik bracht. Jij bracht. Hij, zij, het bracht. ▸ cuby and the blizzards window of my eyescuby and the blizzards window of my eyes: Natuurlijk zijn ze in Assen onverminderd trots op 'hun' Harry. Gastconservator Albert Haar noemt hem graag een icoon voor Drenthe, een voorbeeld voor de provinciale jeugd. Maar Muskee was natuurlijk meer dan dat. Met zijn muziek en zijn dwarsheid was hij een exponent van de anarchie van de jaren zestig. Die levenshouding bracht hem fans in heel Nederland.[1] ▸ Zeehonden voeren: "Ik ben van 1971, net als de zeehondencrèche. Ik weet niet beter dan dat dit hier hoort", zei Agnes Klont uit Pieterburen. "We hebben hier zoveel meegemaakt. Bekende Nederlanders over de vloer, toeristen uit het buitenland. Vriendinnen van mij gingen 's nachts nog even zeehonden voeren tussen het stappen door. Het bracht leven in het dorp."[2] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.