bozig

De volgende definities zijn er voor het woord bozig

  • op een boze manier Door bozig te vertrekken brengt hij zijn "America first"-boodschap voor het voetlicht. [2]  "Hela, hou ’s op", zeg ik quasi bozig. "Opeens allemaal tegelijk praten, daar heb ik een broertje dood aan." [3]  ▸ Hij keek me bozig aan en verweet me dat ik alweer met mijn hoofd bij de volgende trail zat, waardoor ik de PCT veel minder intens zou ervaren.[4] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.