bom

De volgende definities zijn er voor het woord bom

  • (militair) vernietigingstuig dat gevuld is met explosieven Er is recentelijk weer een bom op een Pakistaanse stad gegooid.  ▸ Pas toen een bom van vijfhonderd kilo tweeënvijftig mensen in één gebouw in Malaga doodde en in het Regina Hotel een meisje haar beide benen verloor op de avond voor haar trouwen, werden ze wakker geschud uit hun verdoving.[2] ▸ Het bijzondere aan alleen reizen is dat je nieuwe mensen ontmoet. Thuis verkeerde ik meestal in mijn vertrouwde kringetjes. Na drie weken alleen te hebben gelopen, kwam ik op een dag bij een beekje vier jongens tegen die languit in het stof lagen uit te rusten. Het leek alsof er een bom was ontploft want er lag van alles op de grond om hen heen.[3] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.