blankheid

De volgende definities zijn er voor het woord blankheid

  • het wit of bleek zijn Jazeker, een antilope, want de vrouw in kwestie is blank (‘als een gepolijste spiegel’) en blankheid werd hoog geprezen, want het was een teken van weelde: de vrouw hoefde niet te werken in de zon en kon de hele dag in haar tent blijven (‘slapend tijdens de dageraad.’ ) [2]  Beiden zijn in het zwart gekleed en Oopjen draagt zelfs een zwarte sluier, maar dat zijn geen tekenen van rouw. Dergelijke kleding droeg de elite in deze periode op hoogtijdagen. Het zwart benadrukt de destijds gewenste blankheid van de huid. Dat geldt ook voor de tache de beauté op Oopjens linkerslaap. Voor de modepolitie van destijds moet het door kleine details direct zichtbaar zijn geweest dat ze uit Amsterdam kwam en dat ze iets achterliep op de allerlaatste Parijse mode. [3]  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.

Andere definities: