De volgende definities zijn er voor het woord binnenliepen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van binnenlopen ...dat wij binnenliepen. ...dat jullie binnenliepen. ...dat zij binnenliepen. ▸ Aan zijn biograaf had hij er eerder nog wat bij verteld. Een van degenen die destijds bij hem binnenliepen was "een charmante twintiger", de minnaar van een vrouw die zijn souterrain huurde. Op een dag ontdekte Terlouw dat de man 400 gulden uit zijn bureaula had gepikt. Omdat de man huilend bekende, deed Terlouw geen aangifte.[1] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.