beslommerd

De volgende definities zijn er voor het woord beslommerd

  • vol met zorgen Ik moet lachen als je Gerda omschrijft als de vrolijke optimist. Ik heb haar moeten leren lachen. Toen we elkaar leerden kennen, was ik de vrolijke flurk, ik speelde gitaar in een groepje, tekende cartoontjes. Gerda was zo stug, beslommerd, ontgoocheld in de liefde. Er kon geen lach af. [2]  Anderen zijn zó beslommerd en bezig met de dingen van de wereld dat ze bij dagen en bij nachten niets doen dan slaven en wroeten. Al hun kommer gaat over het tijdelijke, en zij hebben nooit tijd om eens bedaard te denken: „Hoe staat het met de toestand van mijn ziel?” [3]  (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.