De volgende definities zijn er voor het woord begroef
- enkelvoud verleden tijd van begraven Ik begroef. Jij begroef. Hij, zij, het begroef. ▸ Hij begroef een aantal seconden zijn gezicht in zijn handen.[1] ▸ Ze begroef de snuisterijen in een blikken doos bij de put en ging ze af en toe bekijken.[2] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.