De volgende definities zijn er voor het woord aten
- meervoud verleden tijd van eten Wij aten. Jullie aten. Zij aten. ▸ Nadia, want laten we de echtgenote hier zo noemen, bereidde eten voor hen allemaal en terwijl ze aten probeerde ze de vrouw, die we voorlopig maar de weduwe zullen noemen, op te beuren.[1] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.