anorak

De volgende definities zijn er voor het woord anorak

  • (kleding) waterdichte korte overjas dicht van voren, met capuchon Ze had een hoog opgestoken blonde paardestaart en droeg opvallend fel gekleurde kousen onder een hard gesteven petticoat, die haar legergroene anorak wijd rondom het zadel uiteen spreidde. [3] Hoogerwerf en ik hadden onze particuliere uitrusting bij Carl Denig te Amsterdam betrokken; zijn artikelen zijn wel duur, maar bijzonder doeltreffend en duurzaam: één donzen slaapzak, twee kameelharen dekens, één anorak, één stel bespijkerde schoenen, drie paar niet ontvette geiteharen sokken. Deze zijn gedurende den gehelen tocht gebruikt en bovendien in Juni 1937 door mij in Celebes; ze zijn nu nog volkomen bruikbaar. [4] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.