De volgende definities zijn er voor het woord allochtoon
- (sociologie) iemand die van elders afkomstig isBinnen het overheidsbeleid gaat het meer specifiek om een persoon die niet is geboren in het land of plaats waar hij woont of die ouders heeft die niet geboren zijn in het land of plaats waar hij woont. Mijn buur komt oorspronkelijk niet uit dit dorp, dus hij is een allochtoon. Pas op mijn 45ste kwam ik er achter dat ik een allochtoon ben want mijn moeder is in Indonesië geboren. Dat ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid nu afstapt van het gebruik van de term ‘allochtoon’ ter aanduiding van een zekere groep Nederlanders, is goed nieuws. De officiële definitie van ‘allochtoon’ is altijd geweest ‘iemand die in het buitenland geboren is, of een van diens ouders’. Mijn moeder was Schotse, ik ben dus allochtoon. De raden van bestuur van Shell, Philips, Akzo en Unilever bestaan voor een groot deel uit allochtonen, evenals ons Koninklijk Huis. In de praktijk had ‘allochtoon’ echter een heel andere betekenis. ‘Niet-westerse’ vreemdelingen? Nee, want voor menigeen behoren Antilliaanse en Surinaamse Nederlanders ook tot allochtonen. Inwijkelingen met een kleurtje dan? Nee, want Indische Nederlanders worden dan weer níet tot de allochtonen gerekend, zij heten in de statistieken ‘westerse’ immigranten, net als bijvoorbeeld Japanners, terwijl Oost-Europese immigranten, westers en wit, er vaak weer wél toe worden gerekend. Je zou haast zeggen: it’s a certain je ne sais quoi. [1] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.