aldoor

De volgende definities zijn er voor het woord aldoor

  • de hele tijd Hij ging aldoor door met fluiten, terwijl hem uitdrukkelijk gevraagd was te stoppen.  Het leven is een aldoor komen en gaan van problemen.  ▸ Ellis noch Leo vroeg waarom ze het op haar schoot legde, als een script; misschien waren ze er al aan gewend dat ze het aldoor bij zich had; of misschien vonden ze het vanzelfsprekend dat ze het boek erbij hield.[1] ▸ ' 'Haaaaaa Lotje, ik heb zo'n zin in een mueslireep, heb jij er nog een in die handige rugzak van je?' 'O Lot, trouwens, ik ga dood, dus misschien kun je mij helpen om beter te leven?' De buitenwereld is een kakofonie, een stemmenorkest dat me aldoor lijkt te roepen.[2] (bron: WikiWoordenboek)

Voeg een definitie toe.