De volgende definities zijn er voor het woord afschuw
- hevige afkeer Haar gezicht was vertrokken van afschuw. ▸ Zweden koos aan het begin van de coronacrisis een aanpak die afweek van die in veel andere landen in Europa: scholen, sportscholen, horecazaken en winkels bleven open. Wel moesten Zweden 1,5 meter afstand van elkaar houden op straat. Tegelijkertijd werd erop gerekend dat mensen de nieuwe coronaregels vrijwillig zouden naleven, tot afschuw van buurlanden.[3] ▸ Angst voor mijn eigen soort was het gevolg van vijf jaar gevangenisstraf en terwijl ik las, en ik las veel, ontdekte ik dat ik op een continent was beland waar die angst was verheven tot beschaving, dus toen werden de angsten voor mensen nóg erger, en ik cultiveerde afschuw voor hun achterlijkheid en armoede, ik was jong en ik verzette me tegen onze gelijkenissen, zo ontstond de walging, de afkeer en de verloochening.[4] ▸ Ik weet niet meer precies wat ik op dat moment deed, maar ik herinner me wel dat ik het Cynth vertelde toen we op weg waren naar de flat die we deelden, vlak bij Clapham Common; ze slaakte een opgewonden kreet van afschuw bij de gedachte aan die voeten zonder tenen.[5] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.