De volgende definities zijn er voor het woord aarzelen
- inergatief onzeker zijn, twijfelen Hij aarzelde nog wel een beetje, maar ging uiteindelijk toch. ▸ Wilt u uw verhaal kwijt, aarzel dan niet.[3] ▸ Zin om maandag na school naar mij te komen? Een film kijken ofzo? Ik aarzelde even voor ik ten slotte schreef: Goed.[4] ▸ Hij aaraarzeldezelde een ogenblik voordat hij het tussen duim en wijsvinger doodkneep.[5] (bron: WikiWoordenboek)
Voeg een definitie toe.